“Hier heb je alle tijd voor de mensen”

Greet Hartman (76) is een vrijwilligster van het eerste uur bij Het vakantiebureau. En ze is nog steeds actief! Deze zomer staat ze weer op de lijst voor de vaarvakantie. We blikken met Greet terug op meer dan 50 jaar vrijwilligerswerk. Greet glundert nog als ze terugdenkt aan het ‘oranje lintje’ dat ze vorig jaar van burgemeester Lambooij in Putten ontving. “Wat een verrassing was dat!”

Greet was in 2023 genomineerd voor de lintjesregen, een Koninklijke onderscheiding die traditiegetrouw op de laatste dag voor Koningsdag wordt uitgereikt aan mensen die zich op een bijzondere manier inzetten voor de samenleving.

Nietsvermoedend werd Greet die dag opgehaald door haar schoondochter voor een fotosessie. Althans, dat dacht ze. “We reden naar uitspanning Sparrenhorst. Ik had echt niets in de gaten. Daar stonden mijn kinderen, kleinkinderen, broers, zussen, nichtjes, neefjes en een groep vrijwilligers mij op te wachten. Ik kwam in een film terecht, dit was zo bijzonder. Ik heb echt tot in het weekend erna lopen stuiteren.”

Ga ervoor!

Waarom Greet door diverse mensen is voorgedragen? Andere vrijwilligers zeggen over Greet: “Greet is een rustige, hardwerkende zorgcoördinator met een luisterend oor, een soort moeder van de vrijwilligers. Ze zorgde voor uitgewerkte zorgschema’s zodat vrijwilligers direct aan de slag kunnen. Een typerende uitspraak van Greet is ‘Kop d’r veur!, wat betekent: houdt moed, ga ervoor! Als Greet dat zei, gingen we weer met vernieuwde energie verder!”

Toeval

Greet weet nog precies de dag dat ze besloot vrijwilliger te worden: “In 1968 begon ik aan de opleiding Verpleegkundige in het ziekenhuis. In de pauze las ik een flyer met een oproep voor vrijwilligers in een vakantieweek. Ik was meteen enthousiast en heb me aangemeld.” Greet kan zich die eerste vakantieweek nog goed voor de geest halen. “Ik begon in de Blije Werelt in Lunteren. In die eerste week trof ik daar een collega. Zij had zich ook aangemeld. Heel toevallig, we wisten het niet van elkaar.”

Verbondenheid

Het speciale aan zo’n vakantie is volgens Greet dat je hier échte aandacht kunt geven aan mensen die zorg nodig hebben. “De sfeer, de gezelligheid, een praatje maken met gasten zonder tijdsdruk. Dit was zo anders dan in het ziekenhuis. Dat was in die tijd als jongere vooral hard werken en poetsen in de spoelkeuken. Wat ik in die tijd zo bijzonder vond, was dat we als vrijwilligers ‘s ochtends de gasten wakker zongen. Samen in het natte gras of in de regen! Dat gaf een enorm gevoel van saamhorigheid.

Greets’ toenmalige partner raakte ook ‘besmet’ met het ‘vakantieweekvirus’ en ging ook mee als vrijwilliger. “Toen ik later alleen was en mijn 6 kinderen nog klein waren, bracht ik de kinderen onder bij vriendjes want onze ouders woonden niet in de buurt. Anderen zeiden wel eens ‘hoe kun je dat nu doen?’. Maar dit vrijwilligerswerk is gewoon zo leuk, en mijn kinderen kwamen bij de oppasadresjes niets tekort. Dan heb je er veel voor over!” Enige jaren later, rond 1990, pakte Greet haar reguliere werk weer op en slaagde ze ook nog glorieus voor een 2-jarige opleiding Maatschappelijke Zorg. “Hoe ik dat allemaal gered heb, weet ik niet. Dat zeg je pas achteraf.”

Later werkte Greet mee in de weken op de Imminkhoeve en in het Roosevelthuis. Totdat ze haar hart verloor aan het vakantieschip Prins Wilem-Alexander. “Het schip legt iedere dag aan op een andere plek, dat geeft veel afwisseling. Het landschap dat aan je voorbijglijdt, het uitzicht, de vogels op het wad… het is zo mooi!”

Adequaat handelen

“Op het schip hadden we meestal een redelijk vaste kernstaf. Ik was eerst zorgvrijwilliger, maar werd al vrij snel zorgcoördinator. Ik dacht aanvankelijk dat ik niet goed was in het aansturen van mensen, maar het ging me makkelijk af. Regeldingen vind ik leuk om te doen. Zo had ik eens een gast aan boord die erg ziek werd. We hebben ter plekke een ambulance geregeld en bij een sluis, midden in de weilanden, werd hij van boord gehaald. Dat vraagt om flexibiliteit en adequaat handelen.”

Of je dan in zo’n regelfunctie wel voldoende aandacht aan gasten kunt geven? “Dat valt mee!”, zegt Greet lachend. “Onze vrijwilligers zijn allemaal volwassen mensen die zelf verantwoordelijk zijn voor het werk dat ze doen. Daar sta ik niet met m’n neus bovenop. Ik praat niet veel, maar ik signaleer dingen wel en maak het bespreekbaar waar nodig. Vroeger zat de hele staf om 23.00 uur ‘s avonds nog te overleggen. Dat doen we nu anders.”

Zo zijn er meer dingen door de tijd heen veranderd. Greet: “In die beginjaren moesten gasten en vrijwilligers lid zijn van een kerk. ‘s Ochtends was er een kerkdienst en op vrijdagmiddag was er ook een kerkdienst met een avondmaal. Dat is niet meer. Iedereen is welkom om mee te gaan en mag zichzelf zijn. Alles is veel opener geworden en vrijwilligers en gasten worden veel meer betrokken bij de invulling van de week. Na 50 jaar is nog steeds geen dag hetzelfde, want je hebt steeds weer andere gasten en vrijwilligers om je heen.”

Advocaatje

“Wat ik bijzonder vond, is dat mijn moeder ook een aantal jaren is mee geweest. Ze wilde nooit op vakantie, woonde in een kleinschalig woonzorgcentrum. Op een keer waren er op het schip een paar plaatsen beschikbaar die we niet meer konden opvullen. Mijn moeder was 91 en ik had totaal niet verwacht dat ze ‘ja’ zou zeggen. Maar ze ging mee, samen met een buurvrouw. Ze hebben de tijd van hun leven gehad, heerlijk genietend van een advocaatje in de avond!”

Aan het vrijwilligerswerk heeft Greet ook mooie vriendschappen overgehouden. “Eind van de jaren 90 ontmoette ik Nelie uit Harderwijk in onze accommodatie in Lemele. Ze is helaas vorig jaar overleden. Maar heel bijzonder vind ik dat haar dochter dit jaar voor het eerst met mij met de boot meegaat.”

Dankbaar mens

Ondanks haar leeftijd en het feit dat het lopen wat minder gaat, taant Greet er nog niet naar om te stoppen. Maar op sommige momenten slaat de twijfel toe. “Mijn man kreeg vorig jaar de diagnose ‘dementie’. Hij kan zich niet meer alleen redden. Toen dacht ik wel ‘oh help, hoe moet dat nu verder?’. Ik heb mijn zorg bij onze casemanager geuit en zij heeft geregeld dat hij in de vakantieweek naar een zorghotel gaat. Hij heeft het daar heel goed en hij vindt het prima. Daarom kan ik dit werk blijven doen.” Maar Greet realiseert zich ook dat er een tijd komt dat ze het stokje moet overdragen. Greet besluit gekscherend: “Soms zullen mensen wel eens denken, wie is nu de gast en wie de vrijwilliger? Als ik de gastenformulieren doorneem en zie dat er ook zestigers op de lijst staan, dan denk ik ‘wat mag ik een dankbaar mens zijn dat ik nog aan de andere kant sta!”


Een foto uit de ‘oude doos’
Greet: “Een van de eerste weken dat ik meeging. We wachtten op de gang, totdat je je ronde moest lopen. Dit was in een vakantieweek voor mensen met een ernstige handicap. We werden ’s nachts nog wel eens gebeld.”