Hoe is het nu met de heer Adema?

Juist in deze tijd willen we als organisatie graag met elkaar in contact blijven en is het goed om te weten hoe het iedereen vergaat. In deze wekelijks terugkerende rubriek ontmoeten we mensen die op velerlei wijze betrokken zijn bij onze mooie organisatie. Hoe gaat het met ze?Deze week is het de beurt aan meneer Adema, gast in onze vakantieweken.

Mijn naam is Oege Adema, geboren in 1934 te Ferwert, een terpdorp in het noorden van Fryslân.

In deze corona tijd, waarin we zoveel mogelijk thuis en in ieder geval 1,5 meter bij elkaar vandaan moeten blijven, ben ik gelukkig nog redelijk gezond en geniet ik elke dag van de tuin en de contacten over de heg en via de telefoon.

Onze kinderen en kleinkinderen zijn de laatste maand allemaal op bezoek geweest en we hebben genoten van elkaar en van de meegebrachte lekkernijen. De buren halen voor mij de boodschappen en mijn hulp maakt wekelijks het huis schoon. Zodoende blijft er alle tijd over om fotoboeken en reisverslagen uit de kast te halen.

Gingen Tine en ik vroeger samen of met een groep op vakantie, toen bij haar dementie werd vastgesteld kwam daar een einde aan.
Via het Vakantiebureau zijn we toen een week in Dennenheul in Ermelo geweest. Het is kleinschalig en ligt midden in de natuur. Het viel bij ons beiden in de smaak. Mijn Tine werd geheel verzorgd en ik had die week mijn handen vrij. Toch bleef er voldoende tijd over om er samen op uit te gaan en de stilte op te zoeken. We hebben daar hele fijne mensen mogen ontmoeten en zijn later samen meerdere keren terug geweest.

Nog steeds heb ik contact met gasten, vrijwilligers en geestelijk verzorgers.
Misschien kunnen we elkaar nog weer ontmoeten wanneer na de crisis de vakantieweken weer worden opgestart. Hier zie ik erg naar uit, ook al moet ik nu alleen, omdat mijn Tine twee jaar geleden is overleden.
Je wordt daar zo fantastisch op gevangen. OMZIEN NAAR ELKAAR is daar geen loze kreet.

Nu ik dit schrijf komen de herinneringen aan mooie momenten weer boven.
– Onder leiding van Wil en haar plaatselijke vrijwilligers lopend naar het dorp. Weer of geen weer.
– Koffiedrinken in de kerk en luisteren naar mannenzang begeleid door het orgel.
– Op vrijdagmorgen met de mannen in het treintje naar de visboer in Ermelo, een fles Ketel 1 en glaasjes mee. Die moest wel worden verstopt en stiekem opgedronken – want de visboer had uiteraard geen drankvergunning – maar de vis moest zwemmen, vonden de mannen.
– Samen in de huifkar door de bossen en over de heide. Na terugkomst bij de voerman thuis iets lekkers eten en drinken.

Mijn mooiste herinnering is het bankje op de heide. Hier hebben mijn Tine en ik vaak ‘s avonds na het eten gezeten. Ook tijdens de laatste vakantie, samen op vrijdagavond. Voor mij is dit een rustpunt in mijn leven. Hier ga ik iedere vakantie elke avond naar toe om mijn gedachten weer op een rijtje te krijgen. Ook vraag ik vrijwilligers en pastores dan om met mij mee te gaan om samen onze levensloop te delen.

Tot slot wil ik nog een gedicht delen dat zeker in deze tijd toepasselijk is.

Morgen
Wat vandaag niet is
Kan morgen misschien komen
Vergeet daarom niet
Te blijven dromen

Deuren vandaag nog dicht
Gaan morgen misschien open
Vergeet daarom niet
Te blijven hopen

De traan van vandaag
Is morgen misschien een lach
Vergeet daarom niet
Te leven
ELKE DAG